Hommage à Brel Symphonique (Nl)
Filip Jordens, Ensemble Martenot en Gents Universitair Symfonisch Orkest
Pour la rosée qui tremble
Au calice des fleurs
De n'être pas aimée
Et ressemble à ton cœur
Je t'aime …
(J.Brel)
Een winternacht in een kroeg ergens in België.
Een enkele kachel, pompende muziek en veel drank verwarmen lallende tooghangers en sanseveria's achter bewasemde ramen.
En dan - plots - klinkt door de luidsprekers het zalige geluid van een naald op vinyl.
Fluweelzachte tonen van een dwarsfluit en strijkers stuwen crescendo naar een passionele liefdesverklaring.
Poëzie, lyriek en romantiek versmelten in twee minuten naar een symfonisch hoogtepunt en - ergens op het einde van een toerental - schreeuwt Jacques Brel het uit: "Je t'aime"!
Een lied dat de 30-jarige zanger schreef in 1959 en meesterlijk werd gearrangeerd door Brels muzikale compagnon François Rauber.
En even - in die koude nacht - vergeten stamgasten te praten en te drinken.
Ze ademen. Ze luisteren. Ze voelen. Ze zijn.
Filip Jordens en Steven Decraene, dirigent van het begeesterende Gents Universitair Symfonisch Orkest, gebruiken " Je t'aime " als inspiratie voor hun symfonische vertaling van het heerlijke oeuvre van Jacques Brel.
Een eerbetoon aan Brel, maar evengoed aan diens muzikale spitsbroeder François Rauber.
Muziekwonder Michel Bisceglia schreef, op bijzonder verzoek, de virtuoze bewerkingen voor orkest.
Het GUSO en Filip Jordens worden op deze bijzondere avond ook nog eens bijgestaan door Alano Gruarin (piano), Christophe Delporte (accordeon) en Evelyn Groynne (Ondes Martenot). Dit ensemble vervolmaakt de muzikale rijkdom van deze Hommage à Brel Symphonique.
Voor de pauze verkent het GUSO symfonische werken van de Franse componisten Claude Debussy en Darius Milhaud.
Prélude à l'après midi d'un faune (Debussy, 1894) is geïnspireerd door het gelijknamige gedicht van de poëet Mallarmé en verbeeldt een droom op een hete namiddag waarin een Faun met zijn muziek bange nymfen wil verleiden. Claude Debussy gaat in dialoog met dit gedicht en evoceert dezelfde nostalgische en sensuele gevoelens in zijn dromerige prélude.
Le boeuf sur le toit (1920) was door Darius Milhaud oorspronkelijk bedoeld als muzikale begeleiding voor viool en piano bij een stomme film van Charlie Chaplin, maar mondde uit in een symfonische orkestratie en ballet. Milhaud inspireerde zich voor dit werk op Braziliaanse volksmuziek, maar ook de tango en de rumba bleken een grote invloed te hebben op de componist.
Een coproductie van C-Mine Genk, GUSO en Congé Payé.
Totale duur concert : +/- 1h50 (pauze inbegrepen)
Vrijdag 20 april 2012 : Première - Genk (C-Mine)
Woensdag 25 april - Leuven (Stadsschouwburg)
Donderdag 26 april - Gent (De Bijloke)
Vrijdag 27 april - Antwerpen (De Roma)
Vrijdag 4 mei - Brugge (Stadsschouwburg)